zondag 21 augustus 2011

Ik weet niet zo goed hoe ik moet beginnen. Het voelt nog steeds alsof we in het oog van de orkaan zitten. De wereld om ons heen verandert, maar hier is het nog hetzelfde. Patrick is nog niet dood, maar ook niet meer ziek. Heel gek, dat voel ik namelijk wel. Ik vind de hele situatie nu onwerkelijk. Bizar. Voel me leeg, maar ook weer niet. Er moet veel geregeld worden en er is een continue stroom aan mensen. Het is bij vlagen zelfs -durf ik het te zeggen?- gezellig...

De kindjes doen het super. Thijmen is heel lief. Zodra er iemand binnenkomt wijst hij naar de kist en roept: 'kijk, papa!'. Hij pakt ook regelmatig een stoeltje om in de kist te kijken en aait Patrick dan over zijn buik. Of door zijn haar. Heel mooi. Maar terwijl ik dit schrijf rollen de tranen over mijn wangen. Ik vind het zo erg dat Thijmen straks geen eigen herinneringen aan Patrick zal hebben. Dat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn...

Jasmijn geniet van de inloop, de aandacht en de cadeautjes. Tja, het blijft een kind van 4. Het is heel dubbel; het ene moment denk ik dat ze het begrijpt en het volgende moment 'vergeet' ze het. Ze noemt Patrick steeds terloops, maar dan wel in de tegenwoordige tijd. Ze is wel heel druk met het versieren van de kist. En dat is heel mooi om te zien. Het is heel bijzonder om te zien hoe vrij ze zijn met het lichaam van Patrick. Het klopt echt dat kinderen onbevangen zijn, en nog geen invulling hebben bij het begrip 'dood' en dit 'gewoon' accepteren...